Iemand heeft een wespennest in huis en vraagt mij of ik kan babbelen met de diertjes.
Gisteren heb ik al even contact proberen te maken maar ik hoorde niet veel meer dan een hoop gevloek en getier. Vandaag maar opnieuw proberen.
Het begint weer met een hoop tumult en boosheid en ik vraag of ik een van hen kan spreken.
Een wesp treedt naar voren en legt uit dat ze warm en droog zitten en daarom voor deze plek gekozen hebben.
Ze zijn ontzettend humeurig en de wesp laat overduidelijk weten niet gestoord te willen worden. Nu eigenlijk ook niet. Hij wil verder met het nest uitbouwen.
Ik vraag hem vriendelijk of hij de tijd wil nemen en omdat de anderen doorgaan, wil hij me wel te woord staan.
Hij vertelt dat ze gesepareerd leven van de rest van de wereld en niet veel vrienden hebben.
Ik vraag hem hoe ze hun leven zien in dit huis, hoe ze aan voedsel willen komen etc. Weer een hoop gevloek als antwoord.
Het lijkt me zinvol hem te vertellen dat wespennesten meestal vernietigd worden en weer hoor ik hem tekeer gaan.
Het duurt een tijd voor hij gekalmeerd is en ik moet echt geduld hebben om hem die tijd ook te geven.
Dan vertel ik dat ze bij een dierenvriend in huis terecht zijn gekomen die hen met respect wil behandelen. Zij woont hier, gebruikt de zolderkamer intensief en er is echt geen plaats voor hen.
Zijn antwoord is weer een hoop gevloek.
Ik vraag hem of het mogelijk is om mee te werken met het verplaatsen van het nest.
‘Mééwerken met een mens!? Dat is veel gevraagd!’ is zijn reactie.
Ik vraag of het mogelijk is om niet te prikken tijdens de verhuizing.
‘Als wij boos zijn, zijn wij boos!’ Hij stampvoet er zelfs bij.
Ik blijf heel rustig en vraag of hij het kan regelen met de andere wespen dat ze niet steken.
‘Je vraagt veel,’ antwoordt hij nu beduidend rustiger.
‘In ruil voor jullie leven …’
Ik heb bedacht dat ik ga helpen met deze verhuizing omdat ik de verantwoordelijkheid voor dit gesprek ten volle op me wil nemen. Stel dat het mis gaat … Ik herinner me een forse steek die ik vorige jaar opliep en had een paar dagen een dikke, onbruikbare hand.
‘Ik word niet graag gestoken,’ leg ik de wesp uit.
‘Je kunt onze aard niet veranderen.’
‘Nee, maar jullie kunnen je boosheid misschien op iets anders botvieren dan op mensen?’ opper ik. En ik geef hem maar meteen het beeld dat dieren ook niet gestoken willen worden.
We nemen het scenario door dat vanavond plaats kan vinden en ik vertel hem dat ik kijk of dat ook goed is voor de huiseigenaar. Ik zeg hem nogmaals dat hij moet zorgen dat alle wespen dan in hun nest zitten en daar moeten blijven tot ze buiten vrij gelaten worden.
‘Samenwerken met een mens …’ hoor ik hem brommen.
‘Hebben we een deal?’ vraag ik hem.
‘We hebben een deal,’ gromt hij.
(wordt vervolgd)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten