Het is te proberen om met een paar dikkopjes contact te leggen.
Ik vertel dat ik contact zoek met vrije dieren en hoor meteen: ‘Wij zijn losgeslagen. Eerst waren we dril. Toen waren we allemaal los van elkaar. Wij zijn niet vrij maar los.’
Een neemt het woord en zegt dat het nu allemaal voor zichzelf is. Ze zijn behoorlijk stuurloos. De gevaren komen van verschillende kanten en ze hebben geen verweer.
Ik zeg dat dat allemaal best spannend klinkt.
‘Dat is het ook. We zijn volkomen overgeleverd.’
Ik vertel dat wij ze op allemaal bladen zagen en vraag wat ze daar deden.
‘Wij eten om groot te worden. Met poten hebben we meer zelfstandigheid.’
Zo heb ik het nog nooit bekeken en dat zeg ik ook.
‘Wat weten mensen nou? Als ik kikker ben, kan ik kiezen. Dan kan ik verantwoordelijkheid nemen. Nu niet.’
Ik constateer dat ze geen ouders hebben die ze beschermen en grootbrengen.
‘Nee, we zijn volkomen in het diepe gegooid.’
Op mijn vraag of ze het missen is het antwoord: ‘Het is zo. Een klein percentage van ons komt tot wasdom. Het is goed zoals het gaat.’
Ik vraag of ze nog wat te zeggen hebben en wens ze alvast veel succes.
‘De pootjes ploppen er bijna uit,’ hoor ik. Ze laten het me voelen als knobbeltjes die op het punt staan naar buiten te schieten. Ik kan me ineens voorstellen dat ze erg naar dat moment uitkijken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten