maandag 4 november 2013

Darren, de troubadours onder de bijen

In de reguliere imkerij wordt kunstraat gebruikt. De bijen bouwen deze voorgevormde cellen uit met eigen was en de eitjes die gelegd worden in deze cellen groeien uit tot werksters. De reguliere imker hangt op een gegeven moment een of twee bouwramen in de kast. Dit zijn lege ramen en de bijen hebben nu vrije bouwkeus. Wat gaan ze doen? Ze gaan grotere cellen bouwen, darrenraat. Darren zijn mannelijke bijen en zij blijven drie dagen langer in popstadium dan de werksters. Voor de varroamijt is dit een ideale situatie want die plant zich voort in de gesloten cellen. Drie dagen langer in het popstadium wil zeggen meer varroamijten. Wat doet de imker? Als de bijen de cellen verzegeld hebben, pakt de imker het raam en snijdt de darren in popstadium eruit. Opgeruimd staat netjes.

Ik ben een brave leerling maar dit stuit me tegen de borst. Waarom bouwen bijen darrenraat zodra ze de kans krijgen? Wat voor functie hebben darren dat bijen meteen darren gaan kweken als ze de vrije keus hebben?
Ik heb deze vragen aan de bijen voorgelegd. Tot mijn grote vreugde hoorde ik dat darren de ‘troubadours’ zijn onder de bijen, de ‘verhalenvertellers’. Het is inderdaad waar dat darren niet gebonden zijn aan één kast, in tegenstelling tot werksters en de koningin. Een werkster komt een vreemde kast niet in en de koningin heeft in haar leven één uitje, dat is haar bruidsvlucht. Daarna blijft ze in de kast en doet haar taak. Als ze mazzel heeft, mag ze zwermen met dat deel van het volk dat ervoor kiest met haar te vertrekken. Als ze pech heeft, dan wordt ze van de ene kast in de andere overgezet met een willekeurige groep bijen.

Darren komen dus plezier brengen in de kasten! Ze ‘vertellen’ over de buitenwereld, ze verbinden verschillende volken en omgevingen aan elkaar. Ik kreeg van de bijen door dat de werksters de darren graag voeren. Ons wordt geleerd dat darren lui zijn en niet zelf kunnen eten. Dat kunnen ze ook niet, net zo min als dat ze kunnen steken.
Ik kan me helemaal voorstellen dat bijen darrenraat gaan maken als ze de kans krijgen. Wie wil er nu geen plezier? De werksters werken, werken en werken en kunnen toe met een half uur slaap per dag. Kennelijk zijn de darren een welkome afleiding en is de luchtigheid die ze brengen van belang. Darren ondersteunen de werksters op hun manier en in vrije bouw is dit ook te zien: darrencellen worden aan de onderzijde en de buitenkanten van de raat gebouwd. De natuurlijke imkers noemen dit ‘de huid’ van de imme (bijenvolk).
Als reguliere volken de vrijheid krijgen om zelf te bouwen (natuurbouw, zonder voorgevormd raat) dan bouwen ze de eerste drie jaren veel darrenraat. Ook dat kan ik me voorstellen: er is wat in te halen. Als er verder niet op ingegrepen wordt en de bijen worden daar meerdere jaren in bevestigd, dan vormt zich vanzelf een natuurlijk evenwicht.

Als de bijen beginnen met zich voor te bereiden voor de winter, komt er een moment dat de darren niet meer welkom zijn. Oneerbiedig wordt dit de darrenslacht genoemd. Ik vraag de bijen naar dit fenomeen en hoor dat de winter een ‘serieuze zaak’ is en dat de darren daar niet bij horen. Zij hebben hun taak volbracht en mogen weg. De winter is een moment van inkeer. Van overleving. Van stilte. En van verbinding. Wat ik van de bijen begrijp is het zelfs zo dat ze in andere sferen kunnen vertoeven. Een andere keer ga ik ze vragen wat ze daar doen.