De kwal laat me meteen ervaren hoe heerlijk het is om op de deining van de zee mee te gaan.
Hij is bijna één met de zee.
Het terechtkomen op het strand, zoals op deze foto, is shocking.
‘Je kunt niks meer en moet maar hopen dat je het overleeft. Teveel zon en droogte is funest,’ vertelt hij.
Ik vertel dat wij vroeger vaak in kwallen prikten als ze zo op het strand lagen.
‘Dat hoeft van mij niet …’
Soms komen ze tegen mensen aan maar mensen zijn niet eetbaar. ‘Die confrontatie is wederzijds niet leuk.’
Het hele kwallenleven zoals hij laat zien lijkt weinig sturing te hebben. Het is een overgave aan de zee.
Ik vertel hem dat wij het woord ‘kwal’ als scheldwoord hebben.
‘Dat kan ik me voorstellen. Wij hebben weinig body. Dat is wel fijn. We hebben geen verantwoordelijkheden.’
‘Ook geen relaties?’
‘Nee, we zijn erg op onszelf. Soms klampen we ons vast maar er is geen sprake van hartstocht of andere emoties. Wij gaan alleen op de stroom.’
Ik zeg dat ik bij hem een groter bewustzijn opmerk dan bij bijvoorbeeld de teek maar veel minder daadkracht.
‘Géén daadkracht,’ corrigeert hij me. ‘Wij laten ons enkel drijven op de gebeurtenissen. Doe ons dat maar eens na!’
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Haha, dat zal ik eens gaan proberen!
BeantwoordenVerwijderenTrouwens, hij zal toch al wel weer mee zijn met de zee, want anders had hij niet meer geleefd. De foto is vorige week donderdag gemaakt namelijk.
BeantwoordenVerwijderenhihi
BeantwoordenVerwijderen