Een paar uur na de vliegpoging zit ik in de roef onder het open dakraam.
Henkie is erg onrustig en ik haal hem uit mijn trui zodat hij de lucht kan zien. Hij is vol interesse en reageert op elk geluidje.
Omdat de zon schijnt en het een mooie avond is, besluiten we nog es een poging te wagen. Misschien was het de naderende regen die hem tegenhield.
Henkie draait zich meteen al om op mijn hand om weer terug te kruipen in mijn trui.
Mijn man en ik kijken elkaar aan, trekken gekke koppen naar elkaar, zien toch echt dat het lekker weer is en vinden dat we Henkie over een drempel moeten helpen.
Aan mij de eer om Henkie los te laten zodat mijn man mooie foto’s kan maken van zijn vlucht. Ik heb er moeite mee maar het lukt me toch om hem een zwieper omhoog te geven. Ouderschap is over je eigen grenzen heen durven gaan in vol vertrouwen dat het goed komt met het kroost.
Maar met Henkie komt het niet goed.
Hij maakt eigenlijk meteen een duikvlucht naar beneden en blijft daar met wijd gespreide vleugels liggen. Ik weet niet hoe snel ik bij hem moet zijn om hem weer op te pakken. En Henkie weet niet hoe snel hij weer zijn nest in moet duiken.
Mijn man stelt onder het naar huis lopen voor om hem morgen vlieglessen te geven op het veld.
Ik sputter tegen dat het niet natuurlijk is voor zwaluwen, dat ze gewoon vanzelf gaan (alhoewel ik ook van iemand hoorde dat hij veel dode gierzwaluwen onder de nesten had gezien; het vliegsucces is dus duidelijk niet verzekerd!). Maar mijn man merkt terecht op dat het bij Henkie toch al niet meer natuurlijk gaat.
We zijn blij dat we een voorraad kevers in huis hebben want hoe lang gaat dit verhaal nog door?
Henkie is erg onrustig en ik haal hem uit mijn trui zodat hij de lucht kan zien. Hij is vol interesse en reageert op elk geluidje.
Omdat de zon schijnt en het een mooie avond is, besluiten we nog es een poging te wagen. Misschien was het de naderende regen die hem tegenhield.
Henkie draait zich meteen al om op mijn hand om weer terug te kruipen in mijn trui.
Mijn man en ik kijken elkaar aan, trekken gekke koppen naar elkaar, zien toch echt dat het lekker weer is en vinden dat we Henkie over een drempel moeten helpen.
Aan mij de eer om Henkie los te laten zodat mijn man mooie foto’s kan maken van zijn vlucht. Ik heb er moeite mee maar het lukt me toch om hem een zwieper omhoog te geven. Ouderschap is over je eigen grenzen heen durven gaan in vol vertrouwen dat het goed komt met het kroost.
Maar met Henkie komt het niet goed.
Hij maakt eigenlijk meteen een duikvlucht naar beneden en blijft daar met wijd gespreide vleugels liggen. Ik weet niet hoe snel ik bij hem moet zijn om hem weer op te pakken. En Henkie weet niet hoe snel hij weer zijn nest in moet duiken.
Mijn man stelt onder het naar huis lopen voor om hem morgen vlieglessen te geven op het veld.
Ik sputter tegen dat het niet natuurlijk is voor zwaluwen, dat ze gewoon vanzelf gaan (alhoewel ik ook van iemand hoorde dat hij veel dode gierzwaluwen onder de nesten had gezien; het vliegsucces is dus duidelijk niet verzekerd!). Maar mijn man merkt terecht op dat het bij Henkie toch al niet meer natuurlijk gaat.
We zijn blij dat we een voorraad kevers in huis hebben want hoe lang gaat dit verhaal nog door?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten