woensdag 23 juni 2010

De school vissen (prooidieren)

Er komt een reactie op de visjes: “Blijft natuurlijk de vraag wat er gebeurt als het voorste visje het mis heeft, en daardoor alle visjes de verkeerde kant op stuurt. In de bek van een snoek, bijvoorbeeld. Dat gebeurt kennelijk regelmatig. Waar denk je anders dat snoeken van leven?” De schrijver van deze opmerking suggereerde ook: “Dat lijkt me een fout in het systeem.”

Doordat ik inmiddels 120 soorten dieren gesproken heb, kan ik wel een antwoord geven maar het is het eerlijkst om de opmerking eerst aan de visjes voor te leggen. Ik hoor: ‘De splitsing zorgt ervoor dat een deel als voedsel kan dienen en een deel verder gaat. Er bestaan geen fouten in de natuur. De een dient als voedsel voor de ander.’
Ik zoek deze blog nog eens door en beland in september bij de leeuw: “Je dacht dat het gesprek over prooidieren ging. Maar dat is al een uitgekookte zaak. Je weet al hoe dat zit. We gaan nu verder. Het gaat over leiderschap.”
De zebra, ook in september: “Ik vertel dat iemand me kortgeleden heeft verteld over de bevindingen van Michael Roads over roofdieren en hun prooi: ze hebben een soort afspraak met hun aanvaller en verlaten hun lichaam zodra ze geen kans meer hebben te ontsnappen. ‘Ja, dat weet je,’ antwoordt de zebra. ‘Het is geen probleem. Het is inderdaad een kwestie van snel je lichaam verlaten.’ Ze zegt dat mensen daar niet zo dramatisch over moeten doen. That’s life.”
De krekels in juli, die we voerden aan de jonge gierzwaluw: “Ik vertel dat wij er moeite mee hadden en dat het ons behoorlijk begon tegen te staan. ‘Jullie moeten niet zo moeilijk doen. That’s life. Jullie deden het toch voor de zwaluw? Dat is goed. Wij zijn voedzaam.’ “
De vliegen die in juli de keus krijgen van mij om of te verdwijnen of tot voedsel voor de gierzwaluw te dienen: “De vlieg legt me uit dat tot voedsel dienen heel anders is dan in de prullenbak verdwijnen.” En: “Het gaat om het elkaar dienen.”
De buizerd, in mei ’09: “Hij vertelt dat buizerds voor het evenwicht in de natuur zorgen. Zieke en zwakke dieren eten ze op zodat de sterke overblijven. Kennelijk speel ik met de gedachte of dat niet zielig is want hij zegt: ‘Het is niet zielig. Zwakke dieren lijden teveel. Zij kunnen hun lichaam niet gebruiken zoals het bedoeld was. Door mij krijgen ze een herkansing in de circle of life.’ Altijd krijgt een dier het laatste woord en dat neemt de buizerd ook: ‘Kijk niet teveel naar het vergankelijke. Dat is zonde, dan mis je je doel. Het leven is zoveel meer en ruimer dan jullie denken.’ ”

3 opmerkingen:

  1. Je kunt het wel op de dieren blijven betrekken, maar de oorsponkelijke discussie ging over mensen. Die horen we niet zo gemakkelijk in de verkeerde richting te sturen. Tenzij je denkt dat er ook daar geen verkeerde richting is, natuurlijk. Dan verzoek ik je nog eens in de geschiedenis te duiken.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Verkeerde richtingen? Het hele leven is bedoeld om iets te leren! Alles wat je meemaakt heeft maar een doel: Blijven we rondtasten in het duister of ontsnappen we naar het licht?
    Reageer je vanuit angst - ook zeer besmettelijk, zie Wilders - sluit je je af voor veranderingen en zit je vast. Of sta je open en reageer je vanuit vertrouwen, laat je je graag inspireren en wordt het leven steeds leuker?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Bijzonder, je gaat er dus vanuit dat er zoiets als een "verkeerde" richting bestaat, daarmee implicerend dat er een "goede" of "juiste" richting is. In die richting mogen mensen dan wel gestuurd worden? Maar wie bepaalt dan wat die "juiste" richting is? Als ik de menselijke geschiedenis induik, kan ik alleen maar constateren dat de een z'n vrijheidsstrijder, de ander z'n terrorist is...

    BeantwoordenVerwijderen