Ook de zeehond leg ik uit dat ik dierentolk ben en graag met vrije dieren praat.
‘Vrijheid is een relatief begrip,’ hoor ik meteen.
‘Vrijheid zit in je hoofd. Mensen kunnen mijn lijf toe-eigenen maar niet mijn geest.’
Hij vertelt voor voer afhankelijk te zijn van mensen.
‘Als ik water heb en kan buitelen, dan voel ik me vrij. Ik geniet van het lichamelijke, het spelen.’
Ook het warm laten worden van zijn lijf in de zon vindt hij lekker.
Nogmaals zegt hij: ‘Vrijheid zit in je. Ik ben mezelf dus ben ik vrij. Zolang ik kan buitelen ben ik vrij.’
Op de een of andere manier zegt iets me dat er iets niet klopt.
Ik vertel de zeehond dat ik later terug kom. Aan degene die deze foto heeft opgestuurd vraag ik of deze zeehond voor voer afhankelijk is van mensen. Het antwoord is: ‘Het zijn zeehonden die uit de oceaan komen en daar liggen te badderen/zonnen. Het barst ervan. Daar vlakbij zijn ook zeeolifanten. Zover ik weet voorzien ze in hun eigen eten.’
Met deze info ga ik weer terug naar de zeehond.
‘Haha, had ik je beet! Ik zei toch: vrijheid zit in je kop!’
Ik moet lachen en ben blij dat mijn gevoel juist was. En ik ben blij dat ik na het hert weer een vrolijk dier tref.
‘Ja, wij zijn vrolijke dieren,’ beaamt de zeehond. ‘Wij spelen, duikelen, liggen heerlijk in de zon.’
‘Ook op elkaar, zie ik op de foto.’
‘Ja, gezellig. Wij zijn levensgenieters!’
Ik geef hem het beeld van zeehonden die door grotere zeedieren worden opgegeten.
‘Dat weet je,’ antwoordt hij laconiek, ‘Je moet snel weg zien te komen. Wij eten ook vis.’
Ik vraag hem of ik nog een keer terug kan komen bij hem.
‘Ja hoor, maar ik weet niet of ik je de waarheid ga vertellen … Ik hou wel van een geintje!’
De geinponem!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten