dinsdag 9 november 2010

De mestpieren

Permacultuurdeskundige Helma Röell heeft een compostbak met mestpieren. Weer een leuke uitdaging voor mij.
Ik krijg meteen door dat ze aan het werk zijn en liever niet gestoord willen worden. Het verbaast me dat ik het woord ‘werk’ doorkrijg en vraag daarop door.
‘Wij weten heel goed wat we moeten doen.’
Ik heb helemaal geen achtergrondkennis van dieren waarmee ik contact zoek dus vraag ik wat het is dat zij moeten doen.
‘De grond(stoffen) omzetten.’ Daarbij geven ze het beeld van eten-uitscheiding-eten-uitscheiding. Het doet me denken aan de pissebedden die het erover hadden dat ze alleen maar eten en poepen en daar zo’n plezier in hebben.
Deze mestpieren laten zien dat zij de grond bewerken en regenwormen de grond omwoelen.
Elke beweging binnen de composthoop is onrust voor ze. Ze doen hun werk het liefst in stilte en rust. ‘De beweging is aan ons, niet aan de omgeving.’
Ik vertel dat Helma erg blij is met ze. De pieren laten overduidelijk voelen dat Helma het blij zijn met hen maar moet doen zonder dat zij er last van hebben. Een duidelijk geval van een niet wederzijdse relatie …
Het begrip ’blij zijn met’ komt sowieso niet binnen bij ze: ‘Het is onze taak.’ Hierin zijn ze heel plichtsgetrouw. Het is wat ze hebben te doen en waarom ze er zijn. No more.
Ik vertel de pieren nog even dat er een workshop Wormencompostbak maken aan zit te komen en dat de deelnemers dan een zakje wormen meekrijgen. Hoe zouden ze vervoerd willen worden?
Dat is duidelijk: in het donker met zo min mogelijk beweging van buitenaf.
En nu vinden ze dat het gesprek ook wel lang genoeg geduurd heeft. Ze geven duidelijk aan weer alleen/met rust gelaten te willen worden.

woensdag 6 oktober 2010

Olifanten en de Ganpati Spirit

Dit filmpje hoort hier niet helemaal thuis omdat het over dierentuindieren gaat. Maar het hoort er ook weer wel thuis omdat vrijheid niet alleen in je lijf zit maar ook in je hoofd.
Op 4 oktober ging ik met Petra Maartense (film) en Adri van den Bos naar de olifanten in Emmen!

dinsdag 28 september 2010

maandag 27 september 2010

Bijenmissie

We hebben op 26 september de Toekomstprijs gewonnen met het voorstel een Bijenlint aan te leggen in Zutphen.
De volgende dag sprak ik zowel de honingbijen als de solitaire bijen:

“Er is verdeeldheid,” merken de honingbijen meteen op. Ik schrik ervan want ik ben nog in de lekkere roes van de vorige dag waar we weliswaar gewonnen hebben maar waar geen competitiesfeer hing van ons uit. Er waren veel mooie initiatieven.
Mijn volgende reactie is dat ik het begrijp. Het is niet de bedoeling dat er rond de bijen concurrentie gaat ontstaan, een welles-nietes over oorzaken van de bijensterfte, een beter weten of elkaar aftroeven met kennis. Het gaat om samenwerking en eenheid.
Ik vraag net als in een eerder gesprek wat ze nodig hebben en krijg als antwoord: schone kasten, voedsel, een gezonde wereld.
“Besteed zorg en aandacht aan ons.”
En weer: “Kom niet in de verleiding van de verdeeldheid!”
Dan vertellen ze dat ze de winter goed willen doorkomen. Daarvoor hebben ze warmte en rust nodig.
Ik laat in een beeld de dag van gisteren zien en dat we de Toekomstprijs hebben gewonnen.
“Wij waren er,” hoor ik in alle rust en meteen zie ik ze in mijn beeld achter onze kraam en bij het moment van de prijsuitreiking achter ons. Als steun in de rug.
En weer geven ze mij het beeld dat ze door mijn hoofd uit mijn mond vliegen zodat ik hun woordvoerder ben. Ben ik zo verrekte hardleers dat ik dit beeld wéér nodig heb?
Ik herlees uit een gesprek met hen op 13 mei 2009: “Ze zoeken kanalen bij mensen om door te dringen.”
En op 22 mei 2009: “Je moet het vertellen aan mensen maar maak er geen gevecht van. Vertel elkaar verhalen, maak plezier en wees blij. Tip dingen aan bij mensen en laat het dan weer los.”
De honingbijen voelen voor mij als een warme groep om ons heen om door te gaan met het realiseren van het Bijenlint!

Dan naar de solitaire bijen (ik blijf moeite houden met het woord ‘wild’ als het om dieren gaat).
Die vertellen meteen dat de honingbijen de woordvoerders zijn, meer een groep. ‘Maar,’ zeggen ze, ‘de een kan niet zonder de ander.’ Beide soorten bijen zijn dus nodig.
Ze vragen om variatie in planten het hele jaar door en vertellen dat zij minder aandacht hoeven dan de honingbijen. Ze willen ook niet zo in de picture dus we laten het gesprek hierbij. Het verhaal is duidelijk en sluit aan bij het vorige gesprek dat teveel fysieke aandacht niet zo op prijs gesteld wordt.
Toch vraag ik nog even of zij er toevallig gisteren ook waren en ik zie hen een eind verderop vliegen, weer als losse stipjes in de ruimte maar zeker aanwezig.

Vanaf vandaag voelt het Bijenlint voor mij als een missie. Als dieren roepen, is er geen verzet mogelijk.

(Op de foto filmt Petra de bijenhotels-makende Helma)

woensdag 8 september 2010

Wilde bijen

Ik ben in Zutphen betrokken bij de campagne Zutphen Bijenstad. Eerste actie was zaadjes verkopen, daarna hebben we op het 15jarig LETSfeest bijenhotels gemaakt met elkaar, er ligt een projectvoorstel om een bijenlint door Zutphen aan te leggen (waarbij diverse wijken, organisaties en gemeente/politiek bij betrokken zijn/worden) en we dingen mee naar de Toekomstprijs 2010.
Maar wat vinden de bijen zelf? Ik sprak ze vlak voor we bijenhotels gingen maken op 4september:

De wilde (solitaire) bijen laten als eerste weten dat honingbijen hetzelfde risico lopen als mensen in overbevolkte gebieden: als daar een ramp gebeurt, zijn er ineens een heleboel weg.
Wilde bijen laten zichzelf meer verspreid zien. Ze laten honingbijen zien als een gesloten cirkel en zichzelf als losse stipjes in de ruimte. Ze noemen zichzelf ‘dragers van de toekomst’.
‘Alle aandacht gaat naar de geciviliseerde/gedomesticeerde bij (ze bedoelen dus honingbij),’ zeggen ze, ‘Maar als groep zijn ze heel kwetsbaar.’ De wilde bijen laten zien dat bij hen minder kans op uitsterven is doordat ze zich individueel verspreiden.
Ik vraag ze wat ze ervan vinden dat mensen actief bezig zijn om bijenhotels te maken, plekjes waar diverse wilde bijensoorten kunnen nestelen en overwinteren.
‘Zet het neer en laat ons dan met rust,’ antwoorden ze. ‘Creëer diverse plekken en houd dan afstand.’
Ik krijg het idee dat ze uitrustplekken voor vermoeide reizigers een heel goed idee vinden maar dat teveel aandacht verder niet op prijs gesteld wordt.

Het gesprek met bijen in april is hier te lezen.

woensdag 28 juli 2010

Een getraumatiseerde egel (2)

De vrouw rond wier huis deze egel woont, heeft meteen na het contact met de egel een healing aangevraagd bij Huna Healing Hut. Een week geleden mailde ze: “Wat betreft mijn getraumatiseerde egel: Die trof ik gisteren met de snuivende elk aan een kant van het voerbakje. Weliswaar in bevroren houding, maar wel getweeën.”
Ik ben dus heel benieuwd hoe ik de egel nu aantref!
Mijn eerste indruk is dat het dier véél rustiger is. Hij laat zien dat de plaat, de schuif die hij opgetrokken had, aan diggelen is. Het lijkt erop dat hij veel meer om zich heen kijkt.
Ik vraag hem hoe het was om dicht in de buurt van de andere egel te zijn en krijg door dat het eng was maar dat hij hem niet als gevaar ziet. Hij kan de rust en de vrolijkheid van de andere egel voelen.
‘Ik voel me opgenomen,’ hoor ik. Hij laat zich aan mij zien als dat hij meer rondkijkt en meer een open blik heeft.
Ik vertel hem van de healing en hoor: ‘Dank jullie.’
Nogmaals laat hij voelen dat hij veel rustiger is en dat voelt een stuk fijner aan!

donderdag 1 juli 2010

De jonge orka

Natuurlijk ben ik heel nieuwsgierig naar de jonge orka die momenteel in het Dolfinarium wordt opgevangen en ik besluit contact met haar te vragen.
Meteen wordt me duidelijk dat ik met een wijs dier te maken heb, een oude ziel.
Ik vraag haar wat er is gebeurd en waarom zij hier is. ‘Ik heb me losgemaakt van de groep. Ik heb een taak te doen,’ is haar antwoord. Ze voegt eraan toe dat haar moeder ervan wist en haar weliswaar met pijn heeft laten gaan maar dat het goed is zo.
Natuurlijk wil ik graag weten wat de taak is die zij op zich genomen heeft.
‘Er zijn nu heel veel mensen rondom mij. Die zullen moeten samenwerken om mij in leven te houden. Ze hebben elkaar nodig om dit voor elkaar te krijgen. Ik heb me vrijgemaakt om de mensen deze kans te geven.’
Dit antwoord ontroert me en ik vraag: ‘Waarom zou je dit doen?’
‘Om de mensheid te helpen de wereld een stukje hoger te tillen. Als ze dit samen voor elkaar krijgen, geeft dat een enorme samenwerkingsboost. Als de samenwerking hapert en ik sterf, dan is het een gemiste kans geweest.’
Ze voegt eraan toe dat iedereen deze informatie mag weten. Het is geen geheim.
‘Ik zal mijn weg in de oceaan weer vinden. Ik ben innerlijk sterk en voeg me weer bij de groep als het kan. Maar het is aan de mensen of ik daar kom.’
Het komt af en toe voor dat ik zo’n groot, wijs dier tref dat ik de neiging krijg een buiging te maken. Bij dit dier is dat ook zo. Er hangt een wijze stilte om haar heen. De zet is aan de mensen.
Als ik afscheid van haar wil nemen, zegt ze heel eenvoudig: ‘Dat hoeft niet. De lijn blijft.’