Ik ben in Zutphen betrokken bij de campagne Zutphen Bijenstad. Eerste actie was zaadjes verkopen, daarna hebben we op het 15jarig LETSfeest bijenhotels gemaakt met elkaar, er ligt een projectvoorstel om een bijenlint door Zutphen aan te leggen (waarbij diverse wijken, organisaties en gemeente/politiek bij betrokken zijn/worden) en we dingen mee naar de Toekomstprijs 2010.
Maar wat vinden de bijen zelf? Ik sprak ze vlak voor we bijenhotels gingen maken op 4september:
De wilde (solitaire) bijen laten als eerste weten dat honingbijen hetzelfde risico lopen als mensen in overbevolkte gebieden: als daar een ramp gebeurt, zijn er ineens een heleboel weg.
Wilde bijen laten zichzelf meer verspreid zien. Ze laten honingbijen zien als een gesloten cirkel en zichzelf als losse stipjes in de ruimte. Ze noemen zichzelf ‘dragers van de toekomst’.
‘Alle aandacht gaat naar de geciviliseerde/gedomesticeerde bij (ze bedoelen dus honingbij),’ zeggen ze, ‘Maar als groep zijn ze heel kwetsbaar.’ De wilde bijen laten zien dat bij hen minder kans op uitsterven is doordat ze zich individueel verspreiden.
Ik vraag ze wat ze ervan vinden dat mensen actief bezig zijn om bijenhotels te maken, plekjes waar diverse wilde bijensoorten kunnen nestelen en overwinteren.
‘Zet het neer en laat ons dan met rust,’ antwoorden ze. ‘CreĆ«er diverse plekken en houd dan afstand.’
Ik krijg het idee dat ze uitrustplekken voor vermoeide reizigers een heel goed idee vinden maar dat teveel aandacht verder niet op prijs gesteld wordt.
Het gesprek met bijen in april is hier te lezen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten