’s Middags en ’s avonds zit de vrouwtjeseend niet op de eieren. Als ik in de buurt van de tuin kom, hoor ik steeds een luid gekwaak vanuit het water: vadereend zwemt luid kwakend rond zonder mij uit het oog te verliezen.
Ik besluit contact met hem te zoeken, mede omdat ik op een eerder gemaakte foto zag dat deze eend precies op de plek stond waar het nest nu is.
‘Het is goed daar,’ zegt hij. ‘Hebben jullie die plek samen uitgezocht?’ vraag ik. ‘En hoe wordt je het dan eens?’ ‘Dat weet je,’ is zijn antwoord.
Het lijkt erop dat deze eend zich medeverantwoordelijk voelt. Zeker tot aan het moment dat het vrouwtje echt gaat broeden. Hoe het daarna zit, zal ik later vragen.
Ik vraag hem naar het luide gekwaak dat hij liet horen vanuit het water en ik merk aan alles in hem dat het inderdaad een waarschuwing naar mij was: ‘Wegwezen daar!’ Ondanks zijn felheid van dat moment (zoals hij me dat nu weer laat voelen) besef ik heel goed dat hij volkomen machteloos staat tegenover mij. Als ik de eieren zou willen weghalen zou hij niks tegen mij kunnen doen, al zijn waarschuwende gekwaak ten spijt.
Ik zat al een tijdje te denken om volledig vegetariër te worden en op dit moment weet ik het zeker: het is geen eerlijke strijd om dieren te doden en op te eten. Zonder overleg kun je het niet maken om een dier te gebruiken voor je eigen doeleinden. Dat deze mooie, wilde, dertien in een dozijn-eend nou toch de doorslag geeft …
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten