zaterdag 1 januari 2011

De duif met een poot en twee vleugels

Vanuit Rome kreeg ik een foto van een duif met één poot opgestuurd. Ik was erg benieuwd hoe deze duif haar handicap ervoer en vroeg haar daarnaar. Het woord handicap resoneerde echter niet bij haar. Dat gebeurt wel vaker bij dieren. Als ze niks met een bepaald woord of begrip hebben, dan zijn ze gewoon stil. ‘Je weet wel,’ zei ik, ‘ … gehandicapt … beperkt …’ ‘O, dat. Dat ben ik niet,’ was haar reactie.
Ik keek nog es duidelijk op de foto en zag toch nergens een verstopte poot. ‘Ik zie toch echt dat je iets mist,’ vertelde ik haar. ‘Ik heb een poot en twee vleugels.’
‘Mag ik es bij je in je lijf komen om te voelen hoe het voelt met één poot?’ vroeg ik haar. Ze schoof wat op en ik mocht plaatsnemen in haar lijf. Meteen voelde ik gecentreerdheid. De ene poot zat als een stabiel iets onder haar. Ik merkte dat het concentratie vergde, dat er geen herstel mogelijk was door een andere poot. Het was echt uiterste concentratie maar het ging heel goed. De kracht zat duidelijk in één poot en ik merkte dat twee poten een makkie zou zijn. En dat terwijl ik me wel eens verbaasd heb over hoe vogels altijd evenwicht vinden op die dunne pootjes met zo weinig draagvlak in de tenen. Het was me wel duidelijk dat deze duif zich geen slordigheden kon permitteren in de zin van een ondoordachte landing.
‘Wat zeur je toch?’ kreeg ik van de duif door, ‘Dit gaat toch?’ Ik had kennelijk naar de beperkingen van het hebben van één poot gezocht en zei de duif dat wij als mensen graag kijken naar wat we missen.
‘Dat is een zienswijze maar dan trek je een spoor van ballast achter je aan.’
‘Het is nog sterker,’ voedde ik de zaak, ‘Wij kunnen ons zelfs van te voren zorgen maken dat we iets niet zouden kunnen.’
‘Ongelooflijk! Je laat je dus van tevoren tegenhouden omdat je denkt dat iets niet kan?!’ Toen ik dat beaamde leek de duif bij wijze van spreken te schuddebuiken van het lachen om zoiets ondenkbaars. En gek genoeg leek ik een beetje trots dat wij als mensen verder kunnen kijken dan het hier en nu en ons die zorgen dus kunnen inbeelden.
‘Heeft het voordelen om één poot te hebben?’ ‘Ja hoor, ik krijg extra eten van mensen. Ik ben bijzonder. Mensen herkennen mij tussen andere duiven.’ ‘Denk je dat je korter leeft omdat je meer inspanning moet leveren?’ Er kwam een enorme moeheid over de duif. ‘Wat vraag jij toch gekke dingen! Ga eens wat luchtiger doen jij, zeg!’
Ik begon mezelf te verdedigen door te zeggen dat dit verhaal in mijn boek komt bij het onderwerp handicaps. ‘Nou zeg je het weer! Iets is een handicap als je iets mist. Ik mis niks.’
‘Je bent een topduif!’ zei ik haar.
Deze duif had het inmiddels helemaal gehad met mij en terwijl ze het gesprek eindigde door uit mijn beeld weg te lopen, mompelde ze: ‘En jij bent een probleemzoeker!’

Degene die de foto stuurde mailt vanuit Rome: "Hij leek inderdaad extra aandacht te krijgen door zijn pootjesgemis. Verder wassie een stuk brutaler en zeker levensluchtig. Dus dat klopt wel."

dinsdag 14 december 2010

De oehoe

Deze oehoe is geen vrij dier en hoort dus eigenlijk niet op deze blog. Maar zijn innerlijke vrijheid maakt dat hij er weer wel past.
Ik trof hem op straat, bij een roofvogeldemonstratie. Het kunstje was van hand naar hand vliegen en elke keer als hij op de hand landde, kreeg hij een stukje vlees.
Pas twee dagen nadat ik hem gezien heb, heb ik tijd om contact te maken. Het dier laat meteen een rusteloosheid zien. ‘Ik kan veel meer dan dat ik nu doe,’ zegt hij. Het is duidelijk dat ook hij zijn capaciteiten niet ten volle kan benutten. Het stilzitten is geen probleem, laat hij weten, maar zijn zintuigen stuiten op muren. Ik vermoed dat hij ergens binnen zit, in een kooi ofzo en dat zijn zicht en gehoor letterlijk op muren stuiten. Dat geeft wat innerlijke onrust. Hij laat zien dat een uil die buiten in vrijheid leeft, al zijn energie in vrijheid kan laten gaan. Gevangen dieren stuiten dus op grenzen. Iets dat ik bij de dierentuindieren ook merkte.
Ik vraag hem hoe hij het contact met de mensen vindt. ‘Ze vinden zichzelf heel wat. Maar het is niet hun verdienste wat ze met ons bereiken. Ik ben af en toe dwars. Dan doe ik mijn eigen zin.’ Dat laatste had ik al min of meer begrepen tijdens de show. Het dier had die week een invaller gepikt en tijdens de show ging hij een keer uitgebreid in het midden op straat zitten om es rond te kijken.
Ik geef hem het beeld van het pikken naar iemand en hoor terug: ‘Ze weten dat ze rustig moeten blijven. Als ze boos of ongeduldig doen, dan krijgen ze een haal.’ Daarbij krijg ik het idee dat het ongeduld al opgemerkt wordt door de vogel voor het bij de mens naar buiten komt. Het bezorgt mij weer lachkriebels want ik zie het al helemaal voor me. Onze ara heeft ook al veel eerder door dan wij wanneer iemand knorrig of ongeduldig is. Hij zal zich dan ook niet laten aanhalen door iemand die niet 100% rustig is. Zeer zuivere antennes dus, die vogels!
‘Ik ben geen slaaf,’ vervolgt de oehoe. ‘Ik wil mensen best de eer geven maar de keus om het te doen ligt bij mij.’
Ik zend hem het beeld dat hij tijdens de show eten kreeg en hoor: ‘Het eten krijgen is een afspraak tussen elkaar.’ ‘En als je het niet krijgt?’ ‘Dat is schending van het woord.’ Ik weet van de vrouw dat ze vogels altijd voer geven als ze op de hand landen en ik hoor nu dus van de oehoe dat hij daar ook vanuit gaat. Het is onderdeel van de afspraak.
‘Klopt het dat een dier altijd zelf zijn plaats kiest?’ vraag ik hem. ‘Ja, maar ik hou wel wat eigen streken.’ Ik grinnik inwendig. Dat lijkt me een mooie eigenschap van deze oehoe die hij lekker voor zichzelf houdt. ‘Moet jij ook es doen,’ hoor ik, ‘Vlieg ook es uit! Gooi es wat belastende dingen weg! Of heb jij ook gekozen voor gevangenschap, zoals ik?’ Nou zeg, wat een confrontatie ineens! Het ging toch over de oehoe? Ik herstel mezelf en beloof de oehoe later over zijn opmerking door te denken.
‘De lol is dat de mensen denken dat ze ons hebben,’ laat de oehoe weten, ‘Maar wij bepalen zelf. Als ik niet meer wil, eet ik niet meer.’ Wegvliegen kan ook maar vaak hebben de vogels zenders en worden ze wel weer opgespoord. Als een vogel, ondanks zijn keus om in een valkerij terecht te komen, toch niet meer wil dan is voedselweigering een krachtig middel om niet meer mee te doen. Het weer wel gaan eten overigens ook, vult de oehoe aan.
Ik vertel de oehoe dat ik bezig ben een boek te schrijven en ik vermoed dat hij er ook wel een plaatsje in krijgt. ‘Ik wil wel in het boek,’ hoor ik.

Het eerdere gesprek met een andere uil sluit mooi aan.

dinsdag 30 november 2010

Boek: Dierentuindieren aan het woord

Een heerlijk boek om te lezen!
Laat je meenemen in de wereld van de dierentuindieren ...

Karina de Jong-Kamstra
ISBN 978-94-6015-028-9

maandag 22 november 2010

Onverdoofd ritueel slachten

Er is nogal wat te doen over de rituele slachtingen zonder verdoving. Ik ben erg benieuwd hoe de dieren dit zelf ervaren en schreef aan vriendin Petra: “Ik ga zo iets gewaagds doen: kreeg beelden door van rituele slachting zonder verdoving. Eens kijken of ik kan achterhalen wat zulke schapen en koeien dan meemaken. Geen idee wat dit soort dieren ervan vindt. Nou, als je over drie uur nog niks van me gehoord hebt, ben ik gevloerd van ellende...”
Een uur later stuurde ik haar de volgende mail: “Aparte gewaarwording! Niets is wat het lijkt. Ieder schaap (tenminste, dit soort vlees/fokschapen) weet waarvoor het gebruikt wordt. Wat ik zag toen ik me op de schapen focuste was dat de mensen rondom hen geen banden met ze aangaan. Omdat ze weten dat deze dieren geslacht gaan worden. Daarom zijn mens en dier van elkaar geïsoleerd, gevoelsmatig, op betrokkenheidniveau.
Deze schapen weten dat ze zich moeten opofferen om tot zuiver offer te kunnen dienen. Ze zijn al uit hun lijf voor ze doodgemaakt worden, zag ik! Ze worden meteen opgevangen door allemaal lichtwezens die ze langs een soort van lange rij lichtwezens verder leiden.
De runderen is een iets ander verhaal. Dat gaat te langzaam, die dood.
Toen ik erover doorvroeg kreeg ik een verbaasde reactie, zo van: ‘Dat weet jij toch! Jij bent hier toch vaak!’
Wat ik begin te geloven (heb dat ook al eens uit een eerder beeld gehaald) is dat er een flink aantal lichtwezens 's nachts continu rond en in die slachthuizen aan het werk zijn om de dierenzielen die uit het lichaam zijn maar nog ronddolen daar, naar het licht te leiden. Het zou me dus niks verbazen als ik (mijn lichtwezen) daar ook regelmatig 's nachts aan het werk ben. Net als dat ik wel eens de indruk had nachtenlang bij eenzame paarden in stille stallen tot steun te zijn. Het voelde in elk geval heel vertrouwd en ik had ook een gevoel van 'handen uit de mouwen en aanpakken'. Veel werk te doen.
Dus: wat we zien zijn monsterlijke slachtingen en lichamen die nog natrekken.
Wat we niet zien is de enorme zorg rond die zielen.
Tijd is daar een ander gegeven. Kan ik niet goed definiëren, maar tijd in de zin van onze tijd is niet van belang.
Deze ervaring maakt weer dat ik heel anders ga kijken naar dingen... we zien zo beperkt! We kijken zo klein.
Nou, even verwerken. Dit is echt anders kijken!”

donderdag 18 november 2010

De bruine beer in Alaska

Ik heb net de kodiakbeer uit de dierentuin gesproken en ga daarna naar deze beer.
Die vindt al vrij snel dat ik loop te zeuren en vraagt wat ik wil. Hij lijkt een run tegen de tijd te voeren en denkt, net als de kodiakbeer, alleen maar aan eten.
Hij vindt dat hij nog te weinig voedsel binnen heeft en wil een dikkere laag om de winter door te komen.
‘Lukt dat?’ vraag ik belangstellend.
‘Niet als jij loopt te drammen.’
Het is duidelijk, ik moet deze beer niet storen op dit moment.

zondag 14 november 2010

De aap uit de opvang

Het contact met dit dier past op geen van mijn blogs omdat het hier gaat om een aap die in de opvang zit. Geen echt dierentuindier dus, geen huisdier en geen vrij dier. Daarom een vermelding op alle drie de blogs omdat het toch raakvlakken heeft.

Als ik me voorstel aan dit dier, krijg ik onzekerheid door: ‘Ik ken je niet.’
Dat beaam ik en ik geef de aap alle tijd om mij te bekijken. Ik vind dat ik meteen open kaart moet spelen tegenover haar en vertel dat ik contact maak omdat zij gebruikt wordt als voorbeeld in verband met haar traumatische verleden. Mensen vinden haar collectief zielig.
‘Ik leef NU,’ is meteen haar reactie. ‘Zij leven in/met mijn verleden maar ik leef NU.’
Ze laat me ervaren dat ze met haar ervaringen van jaren in het nu leeft. Ze geeft door zich fragiel te voelen, gekwetst en gehandicapt, maar: ‘In het NU.’
Ze weet me duidelijk te maken dat ze, in tegenstelling tot mensen om haar heen, niét meer teruggaat naar het verleden. ‘Maar het heeft me wel gevormd. Met die ervaringen ben ik in het nu.’ Voor haar is er geen weg terug en ik voel dan ook geen enkele aandrang om het met haar over haar verleden te hebben.
De ervaring die ze me laat voelen, vind ik overweldigend en ik verzucht min of meer onbewust: ‘Hoe moet ik dit nu verwoorden op mijn blog?’
‘Verwoorden?!’ hoor ik meteen, ‘Wat een beperking!’ en ik weet direct wat ze bedoelt. Als je iets in woorden duidelijk probeert te maken, ‘vang’ je het. En vangen en gevangen zijn is nou net wat dit dier achter zich heeft gelaten.
Ze laat me voelen hoe vrolijk ze is en laat me nogmaals weten dat mensen vastzitten in haar verleden.
Omdat ik begrijp wat ze me duidelijk wil maken, word ik net als haar heel vrolijk. In mijn beeld trekt ze me naar zich toen en zo zitten we een tijd heel gemoedelijk tegen elkaar, onze energieën even één te laten zijn.
Ik laat haar in een beeld zien dat ze bij de opvang een hands-off beleid hebben. ‘Ze zijn gek,’ reageert ze nuchter. ‘Ze beperken zichzelf.’ Ik leg haar uit dat ze de getraumatiseerde dieren met hun negatieve menservaringen echt dier willen laten zijn. ‘Wij kunnen onderscheid maken,’ zegt ze. Ze weet donders goed wanneer iemand het goed of slecht met haar voor heeft. Nu laat ze wel even iets van haar verleden zien: de mensen die haar opgesloten hebben wisten niet beter of wisten zich geen raad met de situatie. Vanuit haar is er geen enkel verwijt. Het is een mildheid die ik vaker bemerk bij dieren.

Na dit gesprek met haar heb ik ontzettende pretogen en veel plezier. Zo’n dier toch! Laat zich niet vasthouden door het verleden! Als ik het in een beeld zou kunnen zetten, dan zie ik inderdaad een fragiel, gekwetst en op een bepaalde manier gehandicapt dier. Maar de weg voor haar ligt open. Het verleden loopt achter haar aan als continue factor maar het is op afstand. Het raakt haar niet en haalt haar niet in.

Noot: Wie Air Miles spaart kan ze overmaken naar St. AAP. Ze kunnen het daar goed gebruiken! Natuurlijk is het ook mogelijk om donateur te worden. Daar wordt de wereld een stukje mooier en blijer van …

dinsdag 9 november 2010

De mestpieren

Permacultuurdeskundige Helma Röell heeft een compostbak met mestpieren. Weer een leuke uitdaging voor mij.
Ik krijg meteen door dat ze aan het werk zijn en liever niet gestoord willen worden. Het verbaast me dat ik het woord ‘werk’ doorkrijg en vraag daarop door.
‘Wij weten heel goed wat we moeten doen.’
Ik heb helemaal geen achtergrondkennis van dieren waarmee ik contact zoek dus vraag ik wat het is dat zij moeten doen.
‘De grond(stoffen) omzetten.’ Daarbij geven ze het beeld van eten-uitscheiding-eten-uitscheiding. Het doet me denken aan de pissebedden die het erover hadden dat ze alleen maar eten en poepen en daar zo’n plezier in hebben.
Deze mestpieren laten zien dat zij de grond bewerken en regenwormen de grond omwoelen.
Elke beweging binnen de composthoop is onrust voor ze. Ze doen hun werk het liefst in stilte en rust. ‘De beweging is aan ons, niet aan de omgeving.’
Ik vertel dat Helma erg blij is met ze. De pieren laten overduidelijk voelen dat Helma het blij zijn met hen maar moet doen zonder dat zij er last van hebben. Een duidelijk geval van een niet wederzijdse relatie …
Het begrip ’blij zijn met’ komt sowieso niet binnen bij ze: ‘Het is onze taak.’ Hierin zijn ze heel plichtsgetrouw. Het is wat ze hebben te doen en waarom ze er zijn. No more.
Ik vertel de pieren nog even dat er een workshop Wormencompostbak maken aan zit te komen en dat de deelnemers dan een zakje wormen meekrijgen. Hoe zouden ze vervoerd willen worden?
Dat is duidelijk: in het donker met zo min mogelijk beweging van buitenaf.
En nu vinden ze dat het gesprek ook wel lang genoeg geduurd heeft. Ze geven duidelijk aan weer alleen/met rust gelaten te willen worden.