Op de een of andere manier verloopt het gesprek niet soepel en ik vermoed dat ik de storende factor ben.
‘Is het moeilijk om mij wat bij te brengen?’ vraag ik dan ook.
‘Je bent onzeker,’ antwoordt de bruinvis. ‘Je kijkt steeds in je hoofd of je mijn informatie kunt plaatsen.’
Dat vermoeden had ik al en we gaan voor de herhaling. Ik maak me weer helemaal leeg zodat ik zijn boodschap kan ontvangen.
‘Wij willen ons settelen,’ begint hij vol geduld opnieuw. ‘Daarom trekken we zomers niet weg. Wij horen langs de kust. Wij zijn een brugfunctie naar een grotere wereld. Wij brengen vrede. Maar de groteren zijn achter ons.’
Dan vertelt hij dat er een verbindingsnet rond de aarde komt.
‘Wij hebben daarin een brugfunctie.’
‘Is dat wat ik moet weten?’ vraag ik.
‘Dit moet je voorlopig weten. Meer kan ik je niet vertellen. Vraag een dolfijn. Ik ben een kleine schakel in het geheel.’
Ik gebruik nog even mijn hersenen om te kijken of ik nog wat moet vragen.
‘Je zei in het begin dat jullie de aandacht afgelopen weekend eerst als bedreigend hadden ervaren. Hoe kan ik dat plaatsen met deze verdere informatie?’
‘Onze verbinding is op mentaal niveau. Niet op fysiek niveau,’ legt hij uit.
Hij sluit af met: ‘Vraag een dolfijn!’
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten