Afgelopen weekend zijn er zo'n dertig bruinvissen in de Oosterschelde geteld door Stichting Rugvin en het Wereld Natuur Fonds. Ze vragen zich af waarom de bruinvissen zomers niet vertrekken naar het noorden.
Alhoewel ik geen foto heb (wel gezien op internet) probeer ik toch contact te maken met een van de bruinvissen.
Er treedt een mannetje naar voren die het gesprek met me voert.
Hij vertelt eerst al die aandacht als bedreiging gezien te hebben. Er was veel gefocuste aandacht voor hen. Ze wisten niet precies wat de bedoeling was.
Om wat kennis te maken met elkaar vraag ik hem of ik wat van hem mag voelen. Hij laat me even rustig met zich mee zwemmen en ik ervaar een heerlijke rust.
Hij legt uit dat er geen paniek in hen is. Als er paniek of onrust is, dan komt dat van buitenaf.
Ik vraag wat ze hier komen doen.
‘Wij zijn de verbinding tussen mens en oceaan. Wij zijn een brugfunctie langs de kust. Wij tonen het begin van de grootsheid van de oceaan.’
Hij vertelt verder dat dolfijnen een heel verfijnd netwerk hebben.
‘Wij zijn meer ‘land’dieren. Als wij stranden of vastzitten, kunnen mensen ons zien.’
Ik ben verbaasd dat hij zo laconiek is over het stranden of vast komen te zitten in netten (dat had ik gelezen op internet) en vraag verbaasd: ‘Jullie willen je tonen? Wat is jullie boodschap eigenlijk?’
‘Kijk naar ons. Zie ons. En weet dat alles daarachter nog groter en mooier is.’
De boodschap gaat er kennelijk niet goed in want ik stel de vraag nog eens duidelijk.
Weer hoor ik: ‘Kijk naar ons! Wij zijn als profeten die wijzen naar een betere wereld. Hoe verder je gaat, hoe grotesker en verfijnder.’
‘Een aangespoelde bruinvis is dus geen foutje?’ ga ik even terug op wat hij eerder zei.
‘Wij maken geen foutjes,’ verzekert hij me.
‘Met ons verschijnen ‘schreeuwen’ wij om aandacht voor de natuur. Wij vertellen van een grotere wereld.’
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten