maandag 4 januari 2010
De zeeleguaan
De zeeleguaan staat niet te popelen om contact met mij te hebben maar wil me wel ter wille zijn.
Ik had de foto goed bekeken en de ogen aan weerszijden trokken mijn aandacht. We gaan spontaan onze verschillende manieren van kijken uitwisselen.
Het recht vooruit kijken van mij, voelt voor de zeeleguaan heel gek. Doordat ik via hem meekijk, voel ik dat onze manier van kijken voor hem hetzelfde voelt als wanneer wij met beide ogen naar elkaar kijken.
Dan mag ik zijn ogen ervaren. Het lijkt erop dat deze leguaan oog voor oog kijkt. Eerst links, dan rechts. Alsof de ogen los van elkaar kijken. Alsof ze om de beurt langzaam de omgeving scannen. Eerst de ene kant bekijken, dan de andere kant.
Als ik probeer af te dwingen dat de ogen gelijktijdig kijken, botst het steeds in het midden van mijn hoofd. Er ontstaat een soort kortsluiting.
Ik vraag hem naar de zon en hoor dat de zon weldadig zijn lijf intrekt. Van boven trekt het als een langzame vlek zijn hele lijf in. Langzaam maar zeker.
Op de tv had ik een documentaire over de Galapagos eilanden gezien en ik begreep dat deze dieren naar boven klimmen om hun eieren te leggen. Het vinden van de juiste plek gaat met nogal wat onderling geweld gepaard.
Omdat ze normaal gesproken vredig met elkaar in de zon liggen, vraag ik de zeeleguaan hiernaar.
Hij legt uit dat er geen samenwerking is als het om eieren leggen gaat. Het is ieder voor zich en de sterkste overwint. De zwakkeren planten zich niet voort.
Ik vertel hem dat ik ook zag dat het nogal es mis gaat als ze de helling afgaan. Veel leguanen glijden uit en sterven.
‘Ook hier is het: de sterksten overleven. Met een zwak lichaam redt je het niet.’
Ik vertel hem dat wij mensen voor de zwakkeren zorgen. De zeeleguaan is duidelijk: zorg voor elkaar zit niet in hun systeem.
‘Wij leven ons leven. Wij zorgen niet voor elkaar.’
‘Zou je het willen?’ vraag ik.
‘Nee, het hoort niet bij ons. Wij doen waar we voor zijn gemaakt.’
Ik vraag hem of hij gelukkig is en besef meteen dat dit waarschijnlijk een echte mensenvraag is.
Hij antwoordt door me te laten ervaren dat hij op een heerlijk zijnsniveau leeft. Er is harmonie.
‘Ik doe wat ik doe en dat is goed,’ hoor ik.
Hij laat me het beeld zien van zee, strand, rotsen, zon en het geluid van de branding. Ondertussen functioneert het in zijn hoofd allemaal heerlijk slow.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten