Op mijn eerste blog over deze oehoe reageert een vrouw van een hond. Ze liep met haar teckel vrolijk door de stad te wandelen, het hondje zoals altijd genietend van alle mensen en aandacht. Toen ze de straat in kwamen waar de roofvogeldemonstratie was, stond de hond ineens stokstijf. De vrouw dacht een goede leider te moeten zijn en praatte de hond een stuk verder de straat in tot hij weer stokstijf bleef staan. Toen ze keek, zag ze de oehoe op de grond zitten, starend naar haar hond! Het bleek dat de hond er twee dagen over gedaan heeft voor hij weer rustig reageerde op geluid van vogels en bewegingen van bovenaf. We vroegen ons af wie nou bang voor wie was. Volgens de vrouw van de roofvogels zijn de roofvogels namelijk ook bang. Tijd om terug te gaan naar de oehoe.
‘Honden kunnen grijpen,’ vertelt hij meteen. ‘Ja, maar jij kunt toch wegvliegen?’ vraag ik verbaasd.
‘Wij hebben een deal met de mensen. We blijven bij hen. Wij zijn zo getraind dat we te laat zouden kunnen zijn met wegvliegen. Er zit een vertraging op door de mensen.’ Hij laat duidelijk weten dat de mens niet capabel genoeg is om hen te beschermen.
‘Ik hoor vaker van dieren dat ze mensen niet capabel genoeg vinden om hen te beschermen,’ zeg ik.
‘Ja, mensen hebben te kleine zintuigen. Jullie denken dat je heel wat bent maar het is zo beperkt, zo klein.’
‘Wat is er goed aan mensen?’ vraag ik hem.
‘Een mens kan goed worstelen met zichzelf. Mensen zijn niet vrij, ze moeten dit, ze moeten dat.’
‘Niet zo intelligent dus?’
‘Mensen zetten hun intelligentie in om angsten te bedwingen. Wij krijgen zenders uit angst dat wij weggaan. We zitten vast (in hokken) uit angst dat wij weggaan.’
‘Ja, wij zitten vast in structuren …’ zeg ik bedachtzaam instemmend.
‘Het gaat met jou al beter dan de vorige keer,’ hoor ik hem ineens op mij overgaand, ‘Maar gooi die kop toch es open! Het denken beperkt zo enorm!’
‘Nou,’ protesteer ik een beetje, ‘mensen denken dat het denken ons onderscheidt van dieren, hoor. Dat dat ons hoger plaatst dan jullie.’ Waarom verdedig ik mijn soort tegen beter weten in, schiet het meteen door me heen. ‘Nee, het denken beperkt. Het beperkt het zicht op het geheel. Wees vrij! Vlieg!’
‘Het hondje was bang voor je.’ Ander onderwerp.
‘Ja, natuurlijk heb ik wel mijn energie over hem heen gelegd. Als grote vleugels heb ik hem bedekt. Hij moest wegblijven bij mij. Natuurlijk doe ik die energie-uitstoot naar hem. Dat is mijn zelfbescherming.’
‘Mag ik nog es bij je terugkomen?’ vraag ik hem.
‘Ja, maar je houdt me wel uit mijn slaap.’
‘Is dat erg?’
‘Nee.’ Maar kennelijk moest het toch even opgemerkt worden. Fantastisch dier!
De vrouw van de hond reageert:
Op deze foto staat helemaal Het Moment waarop de Oehoe met mijn hond "bezig" was. Als ik lees dat de hond "afgedekt"moest worden d.m.v. de grote vleugels zie ik zo het beeld weer voor me van een naar voren willen springende hond, wat niet lukte ... De hond deinsde direct weer terug en bleef stokstijf staan. Een fantastische vogel, echt met een boodschap voor ons, zo vaak zichzelf beperkende mensen. Ik "moest" ook van alles op dat moment daar op de Nieuwstad, de weigerende hond bracht mij er toe om gewoon terug te gaan, dat voelde ook een stuk "vrijer" toen ... Ik hoefde niet zo nodig nog...
Wat heeft deze vogel veel te vertellen ...Bedankt !!!!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Prachtig verhaal, mijn teckelse terrier is al bang voor een miniem klein veertje.
BeantwoordenVerwijderen